En den kinderen van Aäron gaven zij steden van Juda, de vrijstad Hebron, en Libna en haar voorsteden, en Jattir en Esthemoa, en haar voorsteden,
And to the sons of Aaron they gave the cities of Judah, namely, Hebron, the city of refuge, and Libnah with her suburbs, and Jattir, and Eshtemoa, with their suburbs,