Als Hij stilt, wie zal dan beroeren? Als Hij het aangezicht verbergt, wie zal Hem dan aanschouwen, zowel voor een volk, als voor een mens alleen?
Ha ő nyugalmat ád, ki kárhoztatja őt? Ha elrejti arczát, ki láthatja meg azt? Akár nép elől, akár ember elől egyaránt;