Men dig har Medgangen lokket, du var i Fred for Ulykkens Gab; ingen Trængsel indjog dig Skræk, fuldt var dit Bord af fede Retter.
Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben van den mond des angstes tot de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn.