A Zakej usta i reče Gospodinu: "Evo, Gospodine, polovicu svog imanja dajem siromasima! I ako sam koga u čemu prevario, vraćam četverostruko."
En Zacheüs stond, en zeide tot den Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder.