Da nu Jøderne, som vare hos hende i Huset og trøstede hende, så, at Maria stod hastigt op og gik ud, fulgte de hende, idet de mente, at hun gik ud til Graven for at græde der.
De Joden dan, die met haar in het huis waren, en haar vertroostten, ziende Maria, dat zij haastelijk opstond en uitging, volgden haar, zeggende: Zij gaat naar het graf, opdat zij aldaar wene.