Hianao dia Hianao no Mpanjakako, Andriamanitra ô; Mandidia famonjena ho an'i Jakoba.
Want zij hebben het land niet geërfd door hun zwaard, en hun arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het licht Uws aangezichts, omdat Gij een welbehagen in hen hadt.