Doch Petrus opstaande, liep tot het graf, en nederbukkende, zag hij de linnen doeken, liggende alleen, en ging weg, zich verwonderende bij zichzelven van hetgeen geschied was.
Tedy Petr vstav, běžel k hrobu, a pohleděv do něho, uzřel prostěradla, ana sama leží. I odšel, divě se sám v sobě, co se to stalo.