1. Home
  2. Pair
  3. FreSegond
  4. DutSVV
  5. Ps.136

Psalms 136

136:1
Louez l'Eternel, car il est bon, Car sa miséricorde dure à toujours!
Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid;
136:2
Louez le Dieu des dieux, Car sa miséricorde dure à toujours!
Looft den God der goden; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:3
Louez le Seigneur des seigneurs, Car sa miséricorde dure à toujours!
Looft den Heere der heren; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:4
Celui qui seul fait de grands prodiges, Car sa miséricorde dure à toujours!
Dien, Die alleen grote wonderen doet; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:5
Celui qui a fait les cieux avec intelligence, Car sa miséricorde dure à toujours!
Dien, die de hemelen met verstand gemaakt heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:6
Celui qui a étendu la terre sur les eaux, Car sa miséricorde dure à toujours!
Dien, Die de aarde op het water uitgespannen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:7
Celui qui a fait les grands luminaires, Car sa miséricorde dure à toujours!
Dien, Die de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:8
Le soleil pour présider au jour, Car sa miséricorde dure à toujours!
De zon tot heerschappij op den dag; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:9
La lune et les étoiles pour présider à la nuit, Car sa miséricorde dure à toujours!
De maan en sterren tot heerschappij in den nacht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:10
Celui qui frappa les Egyptiens dans leurs premiers-nés, Car sa miséricorde dure à toujours!
Dien, Die de Egyptenaren geslagen heeft in hun eerstgeborenen; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:11
Et fit sortir Israël du milieu d'eux, Car sa miséricorde dure à toujours!
En heeft Israël uit het midden van hen uitgebracht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:12
A main forte et à bras étendu, Car sa miséricorde dure à toujours!
Met een sterke hand, en met een uitgestrekte arm; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:13
Celui qui coupa en deux la mer Rouge, Car sa miséricorde dure à toujours!
Dien, Die de Schelfzee in delen deelde; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:14
Qui fit passer Israël au milieu d'elle, Car sa miséricorde dure à toujours!
En voerde Israël door het midden van dezelve; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:15
Et précipita Pharaon et son armée dans la mer Rouge, Car sa miséricorde dure à toujours!
Hij heeft Farao met zijn heir gestort in de Schelfzee; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:16
Celui qui conduisit son peuple dans le désert, Car sa miséricorde dure à toujours!
Die Zijn volk door de woestijn geleid heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:17
Celui qui frappa de grands rois, Car sa miséricorde dure à toujours!
Die grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:18
Qui tua des rois puissants, Car sa miséricorde dure à toujours!
En heeft heerlijke koningen gedood; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:19
Sihon, roi des Amoréens, Car sa miséricorde dure à toujours!
Sihon, den Amorietischen koning; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:20
Et Og, roi de Basan, Car sa miséricorde dure à toujours!
En Og, den koning van Basan; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:21
Et donna leur pays en héritage, Car sa miséricorde dure à toujours!
En heeft hun land ten erve gegeven; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:22
En héritage à Israël, son serviteur, Car sa miséricorde dure à toujours!
Ten erve aan Zijn knecht Israël; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:23
Celui qui se souvint de nous quand nous étions humiliés, Car sa miséricorde dure à toujours!
Die aan ons gedacht heeft in onze nederigheid; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:24
Et nous délivra de nos oppresseurs, Car sa miséricorde dure à toujours!
En Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:25
Celui qui donne la nourriture à toute chair, Car sa miséricorde dure à toujours!
Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
136:26
Louez le Dieu des cieux, Car sa miséricorde dure à toujours!
Looft den God des hemels; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

© bibleglot.com