Vi bjuda eder, käre bröder: Förmanen de oordentliga, uppmuntren de klenmodiga, tagen eder an de svaga, visen tålamod mot var man.
En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.