1. Home
  2. Pair
  3. DutSVV
  4. FarTPV
  5. Luke.12

Luke 12

12:1
Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen: Vooreerst wacht uzelven voor den zuurdesem der Farizeën, welke is geveinsdheid.
در این هنگام جمعیّتی مركب از هزاران نفر گرد‌ آمده بود به طوری که یكدیگر را زیر پا می‌گذاشتند. عیسی قبل از همه با شاگردان خود شروع به سخن كرده گفت: «از خمیرمایهٔ فریسیان یعنی ریاكاری آنان برحذر باشید.
12:2
En er is niets bedekt, dat niet zal ontdekt worden, en verborgen, dat niet zal geweten worden.
هرچه پوشیده است، عاقبت پرده از رویش برداشته خواهد شد و هرچه پنهان است، آشكار خواهد شد.
12:3
Daarom, al wat gij in de duisternis gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden; en wat gij in het oor gesproken hebt, in de binnenkamers, zal op de daken gepredikt worden.
بنابراین آنچه را كه در تاریكی گفته‌اید، در روشنایی روز شنیده خواهد شد و آنچه را كه پشت درهای بسته آهسته گفته‌اید، روی بامها اعلام خواهد شد.
12:4
En Ik zeg u, Mijn vrienden: Vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen.
«به شما كه دوستان من هستید می‌گویم: از کسانی‌که بدن را می‌کُشند و بعد از آن، كار دیگری از دستشان بر نمی‌آید، نترسید.
12:5
Maar Ik zal u tonen, Wien gij vrezen zult: vreest Dien, Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen; ja, Ik zeg u, vreest Dien!
شما را آگاه می‌سازم كه از چه كسی باید بترسید: از آن كسی بترسید كه پس از كشتن، اختیار دارد به جهنم اندازد. آری، می‌گویم از او باید ترسید.
12:6
Worden niet vijf musjes verkocht voor twee penningskens? En niet een van die is voor God vergeten.
«آیا قیمت پنج گنجشک، دو ریال نمی‌باشد؟ امّا هیچ‌كدام از آنها از نظر خدا دور نیست.
12:7
Ja, ook de haren uws hoofds zijn alle geteld. Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven.
علاوه بر این، حتّی موهای سر شما تماماً شمرده شده است هیچ نترسید؛ شما از گنجشکهای بی‌شمار بیشتر ارزش دارید!
12:8
En Ik zeg u: Een iegelijk, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal ook de Zoon des mensen belijden voor de engelen Gods.
«بدانید: هرکه در برابر مردم خود را از آن من بداند، پسر انسان در برابر فرشتگان خدا او را از آن خود خواهد دانست.
12:9
Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal verloochend worden voor de engelen Gods.
امّا هرکه در برابر مردم بگوید كه مرا نمی‌شناسد، در حضور فرشتگان خداناشناس محسوب خواهد شد.
12:10
En een iegelijk, die enig woord spreken zal tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen den Heiligen Geest gelasterd zal hebben, dien zal het niet vergeven worden.
«هرکس کلمه‌ای برضد پسر انسان بگوید بخشوده خواهد شد امّا آن کسی‌که به روح‌القدس بد بگوید بخشیده نخواهد شد.
12:11
En wanneer zij u heenbrengen zullen in de synagogen, en tot de overheden en de machten, zo zijt niet bezorgd, hoe of wat gij tot verantwoording zeggen, of wat gij spreken zult;
«وقتی شما را به کنیسه‌ها و دادگاه‌ها و به حضور فرمانروایان می‌آورند، نگران نباشید كه چطور از خود دفاع كنید و چه بگویید،
12:12
Want de Heilige Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen gij spreken moet.
چون در همان ساعت، روح‌القدس به شما نشان می‌دهد كه چه بگویید.»
12:13
En een uit de schare zeide tot Hem: Meester, zeg mijn broeder, dat hij met mij de erfenis dele.
مردی از میان جمعیّت به عیسی گفت: «ای استاد، به برادر من بگو ارث خانواده را با من تقسیم كند.»
12:14
Maar Hij zeide tot hem: Mens, wie heeft Mij tot een rechter of scheidsman over ulieden gesteld?
عیسی جواب داد: «ای مرد، چه کسی مرا در میان شما قاضی و حَكَم قرار داده است؟»
12:15
En Hij zeide tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid; want het is niet in den overvloed gelegen, dat iemand leeft uit zijn goederen.
بعد به مردم فرمود: «مواظب باشید. خود را از هر نوع حِرص و طمع دور بدارید، زیرا زندگی واقعی را ثروت فراوان، تشكیل نمی‌دهند.»
12:16
En Hij zeide tot hen een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen;
سپس برای ایشان این مَثَل را آورده گفت: «مردی زمینی داشت كه محصول فراوانی آورد.
12:17
En hij overleide bij zichzelven, zeggende: Wat zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten zal verzamelen.
با خود فكر كرد كه: 'چه ‌كنم؟ جا ندارم كه محصول خود را انبار كنم.'
12:18
En hij zeide: Dit zal ik doen; ik zal mijn schuren afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas, en deze mijn goederen;
سپس گفت: 'خوب، فهمیدم چه‌كار كنم. انبارها را خراب می‌کنم و آنها را بزرگتر می‌سازم. غلّه و سایر اجناسم را جمع‌آوری می‌كنم.
12:19
En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk.
آن وقت به خود می‌گویم ای جان من، تو به فراوانی چیزهای خوب جمع کرده‌ای كه برای سالیان درازی كفایت می‌کند، آسوده باش، بخور و بنوش و خوش بگذران.'
12:20
Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn?
امّا خدا به او فرمود: 'ای احمق، همین امشب باید جانت را تسلیم كنی، پس آنچه اندوخته‌ای مال چه كسی خواهد بود؟'
12:21
Alzo is het met dien, die zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God.
این است عاقبت مردی كه برای خود ثروت می‌اندوزد ولی پیش خدا دست‌خالی است.»
12:22
En Hij zeide tot Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult.
به شاگردان فرمود: «به این سبب است كه به شما می‌گویم: به‌خاطر زندگی، نگران غذا و برای بدن، نگران لباس نباشید،
12:23
Het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding.
زیرا زندگی، بالاتر از غذا و بدن، بالاتر از لباس است.
12:24
Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel gaat gij de vogelen te boven?
به كلاغها فكر كنید: نه می‌كارند و نه درو می‌کنند، نه انبار دارند و نه كاهدان، ولی خدا به آنها روزی می‌دهد و شما خیلی بیشتر از پرندگان ارزش دارید!
12:25
Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?
آیا یكی از شما می‌تواند با نگرانی، ساعتی به طول عمر خود بیافزاید؟
12:26
Indien gij dan ook het minste niet kunt, wat zijt gij voor de andere dingen bezorgd?
پس اگر شما كاری به این كوچكی را هم نمی‌توانید بكنید چرا در مورد بقیّهٔ چیزها نگران هستید؟
12:27
Aanmerkt de leliën, hoe zij wassen; zij arbeiden niet, en spinnen niet; en Ik zeg u: ook Salomo in al zijn heerlijkheid is niet bekleed geweest als een van deze.
در رشد و نمو سوسن‌ها تأمّل كنید: نه می‌ریسند و نه می‌بافند، ولی بدانید كه حتّی سلیمان هم با آن‌همه حشمت و جلال مثل یكی از آنها آراسته نشد.
12:28
Indien nu God het gras dat heden op het veld is, en morgen in den oven geworpen wordt, alzo bekleedt, hoeveel meer u, gij kleingelovigen!
پس اگر خدا علفی را كه امروز در صحرا می‌روید و فردا در تنور سوخته می‌شود چنین می‌آراید چقدر بیشتر ای كم‌ایمانان شما را خواهد پوشانید!
12:29
En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig.
برای آنچه می‌خورید و می‌آشامید این‌قدر تقلّا نكنید و نگران نباشید،
12:30
Want al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader weet, dat gij deze dingen behoeft.
چون اینها تماماً چیزهایی است كه مردم این دنیا دنبال می‌کنند. امّا شما پدری دارید كه می‌داند به آنها محتاجید.
12:31
Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
شما پادشاهی او را هدف خود قرار دهید و بقیّهٔ چیزها به سراغ شما خواهد آمد.
12:32
Vreest niet, gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven.
«ای گلّهٔ كوچک، هیچ نترسید، زیرا خوشی پدر شما در این است كه آن پادشاهی را به شما عطا كند.
12:33
Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft.
آنچه دارید بفروشید و به فقرا بدهید و برای خود كیسه‌هایی فراهم كنید كه كهنه نمی‌شود و ثروتی در آن عالم ذخیره نمایید كه هیچ كاسته نمی‌گردد و هیچ دزدی نمی‌تواند به آن دستبرد بزند و بید آن را از بین نمی‌برد،
12:34
Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn.
زیرا اموال شما هر كجا باشد، دل شما هم آنجا خواهد بود.
12:35
Laat uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende.
«با كمرهای بسته و چراغ‌های روشن آمادهٔ كار باشید.
12:36
En zijt gij den mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen.
مانند اشخاصی باشید كه منتظر آمدن ارباب خود از یک مجلس عروسی هستند و حاضرند كه هروقت برسد و در بزند، در را برایش باز کنند.
12:37
Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen dienen.
خوشا به حال خادمانی كه وقتی اربابشان می‌آید آنان را چشم به راه ببیند. یقیین بدانید كه كمر خود را خواهد بست، آنان را بر سر سفره خواهد نشانید و به خدمت آنها خواهد پرداخت،
12:38
En zo hij komt in de tweede nacht wake, en komt in de derde wake, en vindt hen alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten.
چه نیمه شب باشد و چه قبل از سپیده‌دَم. خوشا به حال آنان اگر وقتی اربابشان می‌آید ملاحظه كند كه آنها چشم به راه هستند.
12:39
Maar weet dit, dat, indien de heer des huizes geweten had, in welke ure de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven.
خاطرجمع باشید اگر صاحب خانه می‌دانست كه دزد چه ساعتی می‌آید، نمی‌گذاشت وارد خانه‌اش بشود.
12:40
Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.
پس آماده باشید چون پسر انسان در ساعتی می‌آید كه شما كمتر انتظار آن را دارید.»
12:41
En Petrus zeide tot Hem: Heere! zegt Gij deze gelijkenis tot ons, of ook tot allen?
پطرس عرض كرد: «خداوندا، آیا مقصود تو از این مثال، تنها ما هستیم یا برای همه است؟»
12:42
En de Heere zeide: Wie is dan de getrouwe en voorzichtige huisbezorger, dien de heer over zijn dienstboden zal zetten, om hun ter rechter tijd het bescheiden deel spijze te geven?
عیسی خداوند فرمود: «خوب، كیست آن مباشر امین و باتدیبر كه اربابش او را به عنوان ناظر منصوب كند تا نوكرانش را اداره نماید و در وقت مناسب جیرهٔ آنها را بدهد؟
12:43
Zalig is de dienstknecht, welken zijn heer, als hij komt, zal vinden, alzo doende.
خوشا به حال آن غلامی كه وقتی اربابش می‌آید او را سر كار خود ببیند.
12:44
Waarlijk, Ik zeg ulieden, dat hij hem over al zijn goederen zetten zal.
یقین بدانید كه اربابش او را مباشر همهٔ املاک خود خواهد كرد.
12:45
Maar indien dezelve dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; en zou beginnen de knechten en de dienstmaagden te slaan, en te eten en te drinken, en dronken te worden;
امّا اگر آن غلام به خود بگوید: 'ارباب به این زودیها نخواهد آمد' و دست به آزار غلامان و كنیزان بزند و بخورد و بنوشد و مستی كند،
12:46
Zo zal de heer deszelven dienstknechts komen ten dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; en zal hem afscheiden, en zal zijn deel zetten met de ontrouwen.
یک روز كه آن غلام انتظارش را ندارد و در ساعتی كه او نمی‌داند، ارباب خواهد رسید و او را تکه‌تکه خواهد كرد و به این ترتیب او جزء نامطیعان خواهد شد.
12:47
En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden.
«غلامی كه خواسته‌های ارباب خود را می‌داند و با وجود این برای انجام آنها هیچ اقدامی نمی‌کند با شلاّق ضربه‌های بسیار خواهد خورد.
12:48
Maar die denzelven niet geweten heeft, en gedaan heeft dingen, die slagen waardig zijn, die zal met weinige slagen geslagen worden. En een iegelijk, wien veel gegeven is, van dien zal veel geëist worden; en wien men veel vertrouwd heeft, van dien zal men overvloediger eisen.
امّا کسی‌که از خواسته‌های اربابش بی‌خبر است و مرتكب عملی می‌شود كه سزاوار تنبیه می‌باشد، ضربه‌های كمتری خواهد خورد. هرگاه به كسی زیاده داده شود از او زیاد مطالبه خواهد شد و هرگاه به كسی زیادتر سپرده شود، از او زیادتر مطالبه خواهد شد.
12:49
Ik ben gekomen, om vuur op de aarde te werpen; en wat wil Ik, indien het alrede ontstoken is?
«من آمده‌ام تا برروی زمین آتشی روشن كنم و ای كاش زودتر از این روشن می‌شد.
12:50
Maar Ik moet met een doop gedoopt worden; en hoe worde Ik geperst, totdat het volbracht zij!
من تعمیدی دارم كه باید بگیرم و تا زمان انجام آن چقدر تحت فشارم!
12:51
Meent gij, dat Ik gekomen ben, om vrede te geven op de aarde? Neen, zeg Ik u, maar veeleer verdeeldheid.
آیا گمان می‌کنید من آمده‌ام تا صلح برروی زمین برقرار كنم؟ خیر، این‌طور نیست! بدانید كه من آمده‌ام تا تفرقه بیاندازم.
12:52
Want van nu aan zullen er vijf in een huis verdeeld zijn, drie tegen twee, en twee tegen drie.
زیرا از این پس بین پنج نفر اعضای یک خانواده تفرقه خواهد افتاد، سه نفر مخالف دو نفر و دو نفر مخالف سه نفر خواهند بود:
12:53
De vader zal tegen den zoon verdeeld zijn, en de zoon tegen den vader; de moeder tegen de dochter; en de dochter tegen de moeder; de schoonmoeder tegen haar schoondochter, en de schoondochter tegen haar schoonmoeder.
پدر مخالف پسر و پسر مخالف پدر، مادر مخالف دختر و دختر مخالف مادر، مادرشوهر مخالف عروس و عروس مخالف مادرشوهر.»
12:54
En Hij zeide ook tot de scharen: Wanneer gij een wolk ziet opgaan van het westen, terstond zegt gijlieden: Er komt regen; en het geschiedt alzo.
همچنین به مردم فرمود: «شما وقتی می‌‌بینید كه ابرها از مغرب پدیدار می‌شوند، فوراً می‌گویید: 'می‌خواهد باران ببارد' و باران هم می‌بارد
12:55
En wanneer gij den zuidenwind ziet waaien, zo zegt gij: Er zal hitte zijn; en het geschiedt.
و وقتی باد از جانب جنوب می‌آید می‌گویید: 'گرمای شدیدی خواهد شد' و همین‌طور می‌شود.
12:56
Gij geveinsden, het aanschijn der aarde en des hemels weet gij te beproeven; en hoe beproeft gij dezen tijd niet?
ای ریاكاران! شما كه می‌توانید به ظواهر زمین و آسمان نگاه كنید و حالت آن را پیش‌بینی كنید چگونه از درک معنی این روزگار عاجزید؟
12:57
En waarom oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is?
«چرا نمی‌توانید راه راست را برای خود تشخیص دهید؟
12:58
Want als gij heengaat met uw wederpartij voor de overheid, zo doet naarstigheid op den weg, om van hem verlost te worden; opdat hij misschien u niet voor den rechter trekke, en de rechter u den gerechtsdienaar overlevere, en de gerechtsdienaar u in de gevangenis werpe.
اگر كسی علیه تو ادّعایی كند و تو را به دادگاه بكشاند، سعی كن هنگامی‌که هنوز در راه هستی با او كنار بیایی وگرنه او تو را پیش قاضی می‌برد و قاضی تو را به دست پاسبان می‌دهد و پاسبان تو را به زندان می‌اندازد.
12:59
Ik zeg u: Gij zult van daar geenszins uitgaan, totdat gij ook het laatste penningsken betaald zult hebben.
بدان كه تا دینار آخر را ندهی بیرون نخواهی آمد.»

© bibleglot.com