Baäna, de zoon van Ahilud, had Taanach, en Megiddo, en het ganse Beth-sean, hetwelk is bij Zartana, beneden van Jizreël, van Beth-sean aan tot Abel-mehola, tot op gene zijde van Jokmeam.
Baana, filo de Aĥilud, en Taanaĥ kaj Megido kaj super la tuta Bet-Ŝean, kiu estas apud Cartan, malsupre de Jizreel, de Bet-Ŝean ĝis Abel-Meĥola, ĝis trans Jokmeam;