Skriveren Sjemaja, Netan'els Søn af Levis Slægt, optegnede dem i Påsyn af Kongen, Øversterne, Præsten Zadok, Ahimelek, Ebjatars Søn, og Overhovederne for Præsternes og Leviternes Fædrenebuse. Der udtoges eet Fædrenehus af Itamar for hvert to af Eleazar.
En Semaja, de zoon van Nethaneel, de schrijver, uit de Levieten, schreef hen op, voor het aangezicht des konings, en van de vorsten, en van den priester Zadok, en van Achimelech, den zoon van Abjathar, en van de hoofden der vaderen onder de priesters en onder de Levieten; een vaderlijk huis werd genomen voor Eleazar, en desgelijks werd genomen voor Ithamar.