A tak, moji milí, jakož jste vždycky poslušni byli, netoliko v přítomnosti mé, ale nyní mnohem více, když jsem vzdálen od vás, s bázní a s třesením spasení své konejte.
Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest zijt, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezen, werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven: