I přistoupivše, zbudili ho, řkouce: Mistře, Mistře, hyneme. A on procítiv, přimluvil větru a zdutí vod. I přestala bouře, a stalo se utišení.
En zij gingen tot Hem, en wekten Hem op, zeggende: Meester, Meester, wij vergaan! en Hij, opgestaan zijnde, bestrafte den wind en de watergolven, en zij hielden op, en er werd stilte.