Jeremiah 51

خداوند می‌گوید: «بادی ویران کننده بر بابل و مردم آن خواهد وزید.
Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal een verdervenden wind opwekken tegen Babel, en tegen degenen, die daar wonen in het hart van degenen, die tegen Mij opstaan.
من بیگانگان را می‌فرستم تا مثل بادی که کاهها را پراکنده می‌کند بابل را ویران کنند. وقتی آن روز ویرانی برسد، آنها از هر طرف حمله می‌کنند و شهر را لخت خواهند کرد.
En Ik zal Babel wanners toeschikken, die haar wannen, en haar land uitledigen zullen; want zij zullen ten dage des kwaads van rondom tegen haar zijn.
به سربازانش فرصت ندهید تیرهای خود را از کمان رها کنند یا زره‌های خود را بپوشند. نگذارید هیچ‌یک از جوانان آنها زنده بماند! تمام ارتش را نابود کنید.
De schutter spanne zijn boog tegen dien, die spant, en tegen dien, die zich verheft in zijn pantsier; en verschoont haar jongelingen niet, verbant al haar heir;
آنها زخمی می‌شوند و در کوچه‌های شهرهای خودشان خواهند مرد.
Dat de verslagenen liggen in het land der Chaldeeën, en de doorstokenen op haar straten.
من، خداوند متعال، اسرائیل و یهودا را ترک نکرده‌ام، هرچند آنها علیه من، قدّوس اسرائیل، گناه ورزیده‌اند
Want Israël of Juda zal niet in weduwschap gelaten worden van zijn God, van den HEERE der heirscharen (hoewel hunlieder land vol van schuld is), van den Heilige Israëls.
از بابل فرار کنید! برای نجات جانهایتان بگریزید! به‌خاطر گناه بابل خود را به کشتن ندهید. من اکنون انتقام خود را می‌گیرم و آن را به مجازاتی که مستوجب آن است خواهم رسانید.
Vliedt uit het midden van Babel, en redt, een iegelijk zijn ziel; wordt niet uitgeroeid in haar ongerechtigheid; want dit is de tijd der wraak des HEEREN, Die haar de verdienste betaalt.
بابل مثل جامی زرّین در دست من بود که تمام جهان را مست می‌کرد. ملّتها از شراب او نوشیدند و عقل خود را از دست دادند.
Babel was een gouden beker in de hand des HEEREN, die de ganse aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken, daarom zijn de volken dol geworden.
بابل ناگهان سقوط کرد و ویران شد! برای آن ماتم بگیرید! برای درمان زخمهای او در پی مرحم باشید، شاید بتوان آن را شفا داد.
Schielijk is Babel gevallen en verbroken; huilt over haar, neemt balsem tot haar pijn, misschien zal zij genezen worden.
بیگانگانی که در آنجا زندگی می‌کنند گفته‌اند: 'ما کوشیدیم به بابل کمک کنیم امّا دیگر خیلی دیر شده بود. بیایید اکنون اینجا را ترک کنیم و به وطن خود بازگردیم. خداوند با تمام قدرت خود بابل را مجازات کرده و آن را کاملاً ویران ساخته است.'»
Wij hebben Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; verlaat haar dan, en laat ons een iegelijk in zijn land trekken; want haar oordeel reikt tot aan den hemel, en is verheven tot aan de bovenste wolken.
خداوند می‌گوید: «ای قوم من فریاد بزنید و بگویید: 'خداوند نشان داده که حق با ما بود. بیایید برویم و به مردم اورشلیم بگوییم خداوند خدای ما، چه کرده است.'»
De HEERE heeft onze gerechtigheden hervoor gebracht; komt en laat ons te Sion het werk des HEEREN, onzes Gods, vertellen!
خداوند پادشاهان ماد را برانگیخته است، چون می‌خواهد بابل را ویران کند. او به این نحو از کسانی‌که معبد بزرگ او را خراب کردند، انتقام می‌گیرد. فرماندهان سپاه فرمان می‌دهند و می‌گویند: «تیرهای خود را تیز کنید! سپرهای خود را آماده سازید!
Zuivert de pijlen, rust de schilden volkomenlijk toe; de HEERE heeft den geest der koningen van Medië opgewekt; want Zijn voornemen is tegen Babel, dat Hij haar verderve; want dit is de wraak des HEEREN, de wraak Zijns tempels.
علامت حمله به دیوارهای بابل را بدهید! پستهای نگهبانی و مراقبت را تقویت کنید! مردانی را در کمینگاهها بگذارید!» آنچه را که خداوند گفته بود به روز بابل می‌آورد، آورده است.
Verheft de banier op de muren van Babel, versterkt de wacht, stelt wachters, bereidt de lagen; want gelijk de HEERE heeft voorgenomen, alzo heeft Hij gedaan, wat Hij over de inwoners van Babel gesproken heeft.
بابل رودهای فراوان و ذخایر سرشاری دارد، امّا زمانش به پایان رسیده و رشتهٔ زندگی‌اش بریده شده است.
Gij, die aan vele wateren woont, die machtig zijt van schatten! uw einde is gekomen, de maat uwer gierigheid.
خداوند متعال به ذات خود سوگند یادکرده که او مردان بسیاری را برای هجوم به بابل می‌فرستد و آنها مانند دسته‌‌های ملخ به آن حمله خواهند کرد، و فریاد پیروزی بر‌می‌آورند.
De HEERE der heirscharen heeft gezworen bij Zijn ziel: Ofschoon Ik u met mensen als met kevers vervuld heb, nochtans zullen zij elkander een vreugdegeschrei over u toeroepen!
خداوند با قدرت خود زمین را ساخت؛ و با حکمت خویش جهان را آفرید و آسمانها را گسترانید.
Die de aarde gemaakt heeft door Zijn kracht, Die de wereld bereid heeft door Zijn wijsheid, en den hemel uitgebreid door Zijn verstand;
به فرمان او آبهای بالای آسمان می‌غرّند؛ و ابرها را از کرانه‌های زمین می‌آورد. او درخشش برق را در باران ایجاد می‌کند و از خزانهٔ خود باد می‌فرستد.
Als Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren in den hemel, en Hij doet de dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren.
با دیدن اینها مردم احساس حماقت و بی‌خردی می‌کنند، آنها که بت را می‌سازند سرخورده و سرافکنده خواهند شد، چون خدایانی که آنها ساختند دروغین و بی‌جان هستند.
Een ieder mens is onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft; een ieder goudsmid is beschaamd van het gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is leugen, en er is geen geest in hen.
این بُتها بی‌ارزش و مسخره‌اند، وقتی خداوند برای تسویه حساب با آنها بیاید آنها همه نابود خواهند شد.
IJdelheid zijn zij, een werk van verleidingen; ten tijde hunner bezoeking zullen zij vergaan.
خدای یعقوب مثل آنها نیست؛ او خدایی است که همه‌چیز را آفرید، و قوم اسرائیل را به عنوان قوم خاص خودش برگزید. نام او خداوند متعال است.
Jakobs deel is niet gelijk die; want Hij is de Formeerder van alles, en Israël is de roede Zijner erfenis; HEERE der heirscharen is Zijn Naam.
خداوند می‌گوید: «ای بابل تو پُتکی هستی در دست من و سلاحی برای جنگ. من از تو برای درهم کوبیدن ملّتها و سلطنت‌ها استفاده کردم،
Gij zijt Mij een voorhamer, en krijgswapenen; en door u zal Ik volken in stukken slaan, en door u zal Ik koninkrijken verderven.
تا اسبها را به همراه اسب ‌سواران، و ارّابه‌ها را با ارّابه‌رانهای آنها درهم بشکنم،
En door u zal Ik in stukken slaan het paard en zijn ruiter; en door u zal Ik in stukken slaan den wagen en zijn ruiter.
تا مردان و زنان را بکُشم، پیر و جوان را از دَم تیغ بگذرانم و پسران و دختران را نابود کنم.
En door u zal Ik in stukken slaan den man en de vrouw; en door u zal Ik in stukken slaan den oude en den jonge; en door u zal Ik in stukken slaan den jongeling en de jonkvrouw.
و تا چوپانان را به همراه رمه‌هایشان، و کشاورزان را با اسبهای شخم‌زنی آنها به قتل برسانم و تا فرمانروایان و بزرگان را خُرد و نابود کنم.»
En door u zal Ik in stukken slaan den herder en zijn kudde; en door u zal Ik in stukken slaan den akkerman en zijn juk ossen; en door u zal Ik in stukken slaan landvoogden en overheden.
خداوند می‌گوید: «تو خواهی دید که چگونه بابل و مردمش را به‌خاطر شرارتهای آنها نسبت به اورشلیم مکافات خواهم کرد.
Maar Ik zal Babel en allen inwoneren van Chaldea vergelden al hun boosheid, die zij gedaan hebben aan Sion, voor ulieder ogen, spreekt de HEERE.
ای بابل، تو مانند کوهی هستی که تمام دُنیا را نابود کرده، امّا من، خداوند که دشمن تو هستم، مانع تو می‌شوم، تو را مثل زمین هموار می‌کنم و تو را در خاکستر رها می‌کنم.
Ziet, Ik wil aan u, gij verdervende berg! spreekt de HEERE, gij, die de ganse aarde verderft, en Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, en u van de steenrotsen afwentelen, en zal u stellen tot een berg des brands.
هیچ‌یک از سنگریزه‌هایی که از خرابه‌های تو می‌ریزد برای بنای ساختمانی دیگر به کار نخواهد رفت و تا ابد به صورت کویری باقی خواهی ماند. من، خداوند چنین گفته‌ام.
En zij zullen uit u geen steen nemen tot een hoek, ook geen steen tot fondamenten; want gij zult tot eeuwige woestheden zijn, spreekt de HEERE.
«علامت حمله را بدهید! شیپورها را به صدا درآورید تا ملّتها بشنوند. ملّتها را برای جنگ علیه بابل آماده کنید. به پادشاهان آرارات، مینی و اشکناز بگویید حمله کنند. فرماندهی را برای رهبری حمله انتخاب کنید. اسبها را مانند توده‌های ملخ بیاورید.
Verheft de banier in het land, blaast de bazuin onder de heidenen, heiligt de heidenen tegen haar, roept tegen haar bijeen de koninkrijken van Ararat, Minni en Askenaz; bestelt een krijgsoverste tegen haar, brengt paarden opwaarts, als ruige kevers!
ملّتها را آمادهٔ جنگ با بابل کنید. پادشاهان ماد را به همراه رهبران و افسران آنها و تمام ارتش‌های کشورهای زیرنظرشان به آنجا بفرستید.
Heiligt tegen haar de heidenen, de koningen van Medië, haar landvoogden en al haar overheden, ja, het ganse land harer heerschappij.
زمین می‌لرزد و در خود می‌پیچد، چون خداوند نقشهٔ خود را اجرا می‌کند و بابل را به کویری مبدّل خواهند کرد، جایی که دیگر کسی نتواند در آن زندگی کند.
Dan zal het land beven en pijn lijden; want elk een van des HEEREN gedachten staat vast tegen Babel, om Babels land te stellen tot een verwoesting, dat er geen inwoner zij.
سربازان بابلی دست از جنگ کشیده‌اند و در قلعه‌های خود مانده‌اند. آنها جرأت خود را از دست داده و مثل زنان شده‌اند. دروازه‌های شهر شکسته و خانه‌ها در آتش می‌سوزند.
Babels helden hebben opgehouden te strijden, zij zijn gebleven in de vestingen, hun macht is bezweken, zij zijn tot wijven geworden; zij hebben hun woningen aangestoken, hun grendels zijn verbroken.
قاصدها یکی پس از دیگری می‌دوند تا به پادشاه بابل بگویند که دشمن از تمام اطراف به داخل شهر رخنه کرده است.
De loper zal den loper tegemoet lopen, en de kondschapper den kondschapper tegemoet, om den koning van Babel bekend te maken, dat zijn stad van het einde is ingenomen;
دشمن پُل روی رودخانه‌ها را گرفته و قلعه‌ها را به آتش کشیده است. سربازان بابلی هراسان شده‌اند.
En dat de veren ingenomen, en de rietpoelen met vuur verbrand zijn; en dat de krijgslieden verbaasd zijn.
بزودی دشمن آنها را مثل دانه‌های گندمی در خرمنکوب خُرد خواهد کرد. من، خداوند متعال، خدای اسرائیل، چنین گفته‌ام.»
Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: De dochter van Babel is als een dorsvloer, het is tijd, dat men ze trede; nog een weinig, dan zal haar de tijd des oogstes overkomen.
پادشاه بابل، اورشلیم را بُرید و خورد. او شهر را مثل یک کوزه خالی کرد، و مانند یک هیولا آن را بلعید. هرچه را خواست برد و بقیّه را دور ریخت.
Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft mij opgegeten, hij heeft mij verpletterd, hij heeft mij gesteld als een ledig vat, hij heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg gevuld van mijn lekkernijen; hij heeft mij verdreven.
مردم صهیون خواهند گفت: «بابل مسئول خشونتهایی است که بر ما تحمیل شد.» مردم اورشلیم هم خواهند گفت: «بابل مسئول تمام ستمهایی است که ما تحمّل کرده‌ایم.»
Het geweld, dat mij en mijn vlees is aangedaan, zij op Babel! zegge de inwoneres van Sion; en mijn bloed zij op de inwoners van Chaldea! zegge Jeruzalem.
پس خداوند به مردم اورشلیم گفت: «من دفاع از شما را به عهده می‌گیرم و دشمنانتان را به‌خاطر آنچه با شما کردند مجازات خواهم کرد. من سرچشمهٔ آبهای بابل و رودهای آن را خشک خواهم کرد.
Daarom, zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal uw twist twisten, en uw wraak wreken; en Ik zal haar zee droog maken, en haar springader opdrogen.
آن کشور به خرابه‌ای تبدیل می‌شود که فقط حیوانات وحشی در آن زندگی خواهند کرد. منظرهٔ وحشتناکی خواهد شد. دیگر کسی در آن زندگی نخواهد کرد و هر بیننده‌ای در حیرت خواهد افتاد.
En Babel zal worden tot steen hopen, een woning der draken, een ontzetting en aanfluiting, dat er geen inwoner zij.
تمام مردم بابل مانند شیر می‌غرّند، و مانند شیر بچگان خُرناس می‌کشند.
Zij zullen te zamen brullen als jonge leeuwen, briesen als leeuwenwelpen.
آیا آنها پُر اشتها هستند؟ برای آنها ضیافتی برپا می‌کنم و همهٔ آنها را سرخوش و مست خواهم کرد. آنگاه آنها به خوابی فرو می‌روند که هیچ‌گاه از آن بیدار نخواهند شد.
Als zij verhit zijn, zal Ik hun drank opzetten, en zal hen dronken maken, opdat zij opspringen; maar zij zullen een eeuwigen slaap slapen, en niet opwaken, spreekt de HEERE.
آنها را مثل گوسفند و بُز و قوچ برای سلاخی خواهم برد. من، خداوند چنین گفته‌‌ام.»
Ik zal hen afvoeren als lammeren om te slachten, als rammen met bokken.
خداوند دربارهٔ بابل می‌گوید: «شهری که تمام جهان آن را می‌ستودند، تسخیر شده است! بابل برای سایر ملّتها چه منظرهٔ وحشتناکی شده‌ است!
Hoe is Sesach zo veroverd, en de roem der ganse aarde ingenomen! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen!
آب دریا، بابل را فراگرفته و امواج خروشانش آن را پوشانیده است.
Een zee is over Babel gerezen, door de veelheid harer golven is zij bedekt.
شهرهایش منظرهٔ وحشتناکی را به وجود آورده‌اند و مثل بیابان خشک و بی‌آب و علف هستند، جایی که هیچ‌کس نه در آن زندگی می‌کند و نه از آنجا می‌گذرد.
Haar steden zijn geworden tot verwoesting, een dor land en wildernis; een land, waarin niemand woont, en waar geen mensenkind doorgaat.
من بِل خدای بابل را مجازات خواهم کرد و او را وادار می‌کنم هرچه را دزدیده پس بدهد. دیگر هیچ ملّتی او را پرستش نخواهد کرد. «دیوارهای بابل افتاده است.
En Ik zal bezoeking doen over Bel te Babel, en Ik zal uit zijn muil uithalen, wat hij verslonden heeft; en de heidenen zullen niet meer tot hem toevloeien, want ook Babels muur is gevallen.
ای مردم اسرائیل از آنجا فرار کنید. بگریزید و جانتان را از شدّت خشم من نجات دهید.
Gaat uit, Mijn volk, uit het midden van haar, en redt een iegelijk zijn ziel, vanwege de hittigheid van den toorn des HEEREN.
نگذارید به‌خاطر شایعاتی که می‌شنوید جرأت خودتان را از دست بدهید یا هراسان شوید. هرسال چیز تازه‌ای شایعه می‌شود؛ شایعات مربوط به خشونت در سرزمینی یا جنگ پادشاهی بابل با پادشاه دیگر.
En opdat ulieder hart misschien niet week worde, en gij vreest van het gerucht, dat gehoord zal worden in het land; want er zal een gerucht komen in het ene jaar, en daarna een gerucht in het andere jaar; en er zal geweld zijn in het land, heer over heer.
پس بزودی زمان آن خواهد رسید که من به حساب بُتهای بابل برسم. تمام کشور رسوا و مردمش کشته می‌شوند.
Daarom ziet, de dagen komen, dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden van Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden, en al haar verslagenen zullen in het midden van haar liggen.
وقتی بابل به دست مردمی که از شمال برای ویرانی آن می‌آیند، سقوط کند تمام موجودات در زمین و آسمان فریاد شادی برمی‌آورند.
En de hemel en de aarde, mitsgaders al wat daarin is, zullen juichen over Babel; want van het noorden zullen haar de verstoorders aankomen, spreekt de HEERE.
بابل باعث مرگ مردم در تمام جهان شد و اکنون بابل به‌خاطر مرگ بسیاری از قوم اسرائیل سقوط خواهد کرد. من، خداوند این را چنین‌ گفته‌ام.»
Gelijk Babel geweest is tot een val der verslagenen van Israël, alzo zullen te Babel de verslagenen des gansen lands vallen.
خداوند به قوم خود در بابل چنین می‌گوید: «شما از مرگ نجات یافتید! اکنون بروید! تأخیر نکنید! هرچند از وطن خود دور هستید، دربارهٔ من، خداوند خودتان، بیندیشید و به یاد اورشلیم باشید.
Gij ontkomenen van het zwaard, gaat weg, en blijft niet staan; gedenkt des HEEREN van verre, en laat Jeruzalem in ulieder hart opkomen.
شما می‌گویید: «ما رسوا و شرمسار شده‌ایم، احساس درماندگی می‌کنیم، چون بیگانگان مکانهای مقدّس در معبد بزرگ ما را اشغال کرده‌اند.
Gij moogt zeggen: Wij zijn beschaamd geworden, want wij hebben versmaadheid gehoord, schaamroodheid heeft ons aangezicht bedekt; omdat uitlandsen over de heiligdommen van des HEEREN huis gekomen zijn;
در آن صورت من می‌گویم که وقت آن رسیده که به حساب بُتهای بابل برسم و زخمی‌ شدگان در سرتاسر کشور در ناله و شیون خواهند بود.
Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik bezoeking doen zal over haar gesneden beelden; en de dodelijk verwonde zal kermen in haar ganse land.
حتّی اگر بابل به آسمان صعود کند و در آن قلعهٔ محکمی بنا کند، من باز هم مردم را برای نابودی آن خواهم فرستاد. من، خداوند چنین گفته‌ام.»
Al klom Babel ten hemel op, en al maakte zij vast de hoogte harer sterkte, zo zullen haar toch verstoorders van Mij overkomen, spreekt de HEERE.
خداوند می‌گوید: «به فریادهای گریه و زاری از بابل گوش کنید، ماتم آنها را برای ویرانی سرزمین بشنوید.
Er is een stem des gekrijts uit Babel, en een grote breuk uit het land der Chaldeeën.
من بابل را ویران می‌کنم و آن را در سکوت فرو می‌برم. ارتش‌ها مثل امواج خروشان هجوم می‌آورند و با فریادی بلند حمله می‌کنند.
Want de HEERE verstoort Babel, en zal de grootse stem uit haar doen vergaan; want hunlieder golven zullen bruisen als grote wateren; het geruis van hunlieder geluid zal zich verheffen.
آنها برای ویرانی بابل آمده‌اند، سربازهایش دستگیر شده‌اند و کمانها‌هایشان شکسته‌اند. من خدایی هستم که شریر را مجازات می‌کند و بابل را کاملاً به جزای شرارتش خواهم رسانید.
Want de verstoorder komt over haar, over Babel, en haar helden zullen gevangen worden; hunlieder bogen zijn verbroken; want de HEERE, de God der vergelding, zal hun zekerlijk betalen.
من فرمانروایان، خردمندان، رهبران و سربازان آن را در مستی فرو می‌برم. آنها می‌خوابند و دیگر بیدار نخواهند شد. من پادشاه چنین گفته‌ام، من خداوند متعال هستم.
En Ik zal haar vorsten, en haar wijzen, haar landvoogden, en haar overheden, en haar helden dronken maken; en zij zullen een eeuwigen slaap slapen, en niet opwaken, spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen.
دیوارهای مستحکم بابل فرو خواهد ریخت، و دروازه‌های بلند آن در آتش خواهد سوخت. زحمت ملّتها همه بیهوده و کوشش‌‌هایشان خسته‌کننده و بی‌ثمر است. من، خداوند متعال، چنین گفته‌ام.»
Zo zegt de HEERE der heirscharen: Die brede muur van Babel zal ten enemale ontbloot worden, en haar hoge poorten zullen met vuur aangestoken worden; zodat de volken tevergeefs, en de natiën ten vure zullen gearbeid hebben, dat zij mat worden.
سرایا -‌پسر نیریا- و نوهٔ محسیا، سرپرست امور شخصی صدقیای پادشاه بود. در چهارمین سال سلطنت صدقیا پادشاه یهودا، سریا به همراه پادشاه به بابل می‌رفت و بعضی دستورات را به او دادم.
Het woord, dat de profeet Jeremia beval aan Seraja, den zoon van Nerija, den zoon van Machseja, als hij van Zedekia, den koning van Juda, naar Babel toog, in het vierde jaar zijner regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst.
من در کتابی، فهرست تمام ویرانی‌هایی که بابل قرار است متحمّل شود و سایر چیزها را دربارهٔ بابل نوشته بودم.
Jeremia nu schreef al het kwaad, dat over Babel komen zou, in een boek, te weten al deze woorden, die tegen Babel geschreven zijn.
من به سریا گفتم: «وقتی به بابل رسیدی حتماً هرچه را در این طومار نوشته شده با صدای بلند برای همه بخوان.
En Jeremia zeide tot Seraja: Als gij te Babel komt, zo zult gij zien en lezen al deze woorden;
بعد دعا کن و بگو: 'ای خداوند تو گفته‌ای که این مکان را ویران می‌کنی، به طوری که دیگر هیچ موجود زنده‌ای -‌نه انسان و نه حیوان- نتواند در آن زندگی کند، و آن تا ابد به صورت یک بیابان خواهد بود.'
En gij zult zeggen: O HEERE, Gij hebt over deze plaats gesproken, dat Gij ze zult uitroeien, zodat er geen inwoner in zij, van den mens tot op het beest, maar dat zij worden zal tot eeuwige woestheden.
سریا، وقتی خواندن این کتاب را تمام کردی آنگاه آن را به سنگی ببند و آن را در رود فرات بیانداز.
En het zal geschieden, als gij geëindigd zult hebben dit boek te lezen, dan zult gij een steen daaraan binden, en werpen het in het midden van den Frath;
و بگو: 'این است آنچه به سر بابل خواهد آمد -غرق می‌شود و دیگر برنخواهد خواست- و این به‌خاطر بلایی است که خداوند بر بابل روا داشته است.'» پیامهای ارمیا اینجا به پایان می‌رسد.
En zult zeggen: Alzo zal Babel zinken, en niet weder opkomen, vanwege het kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen mat worden. Tot hiertoe zijn de woorden van Jeremia.