Loddet faldt først for Kehatiternes Slægter, således at Præsten Arons Sønner blandt Leviterne ved Lodkastningen fik tretten Byer af Judas, Simeoniternes og Benjamins Stammer,
Toen ging het lot uit voor de huisgezinnen der Kahathieten; en voor de kinderen van Aäron, den priester, uit de Levieten, waren van den stam van Juda, en van den stam van Simeon, en van den stam van Benjamin, door het lot, dertien steden.