Metu, ho Eternulo, timon sur ilin,
La popoloj sciu, ke ili estas homoj.
Sela.
Sta op, HEERE, laat de mens zich niet versterken; laat de heidenen voor Uw aangezicht geoordeeld worden. O HEERE! jaag hun vreze aan; laat de heidenen weten, dat zij mensen zijn. Sela.