Ουαι εις σε, οστις πορθεις και δεν επορθηθης και καταδυναστευεις και δεν κατεδυναστευθης οταν παυσης πορθων, θελεις πορθηθη οταν τελειωσης καταδυναστευων, θελεις καταδυναστευθη.
Wee u, gij verwoester, die niet verwoest zijt, en gij, die trouwelooslijk handelt, waar men niet trouwelooslijk tegen u gehandeld heeft! Als gij het verwoesten zult volbracht hebben, zult gij verwoest worden; als gij het trouweloos handelen zult voleind hebben, zal men trouwelooslijk tegen u handelen.