Se ikke på mig, fordi jeg er så sort, fordi solen har brent mig! Min mors sønner blev vrede på mig, de satte mig til å vokte vingårdene; min egen vingård har jeg ikke voktet.
Ziet mij niet aan, dat ik zwartachtig ben, omdat mij de zon heeft beschenen; de kinderen mijner moeder waren tegen mij ontstoken, zij hebben mij gezet tot een hoederin der wijngaarden. Mijn wijngaard, dien ik heb, heb ik niet gehoed.