Kom i hu dine tjenere Abraham, Isak og Israel, til hvem du har sagt og svoret ved dig selv: Jeg vil gjøre eders ætt tallrik som stjernene på himmelen, og hele dette land som jeg har talt om, vil jeg gi eders ætt, og de skal eie det til evig tid.
Gedenk aan Abraham, aan Izak en aan Israël, Uw knechten, aan welke Gij bij Uzelven gezworen hebt, en hebt tot hen gesproken: Ik zal uw zaad vermenigvuldigen als de sterren des hemels; en dit gehele land, waarvan Ik gezegd heb, zal Ik aan ulieder zaad geven, dat zij het erfelijk bezitten in eeuwigheid.