Ka mea, E mara ma, he aha koutou ka mea ai i enei mea? he tangata ano maua, he rite tahi ki a koutou te tu, e kauwhau ana hoki i te rongopai, kia tahuri ke koutou i enei mea tekateka noa ki te Atua ora, nana nei i hanga te rangi me te whenua, te moana me o reira mea katoa:
En zeggende: Mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook mensen van gelijke bewegingen als gij, en verkondigen ulieden, dat gij u zoudt van deze ijdele dingen bekeren tot den levenden God, Die gemaakt heeft den hemel, en de aarde, en de zee, en al hetgeen in dezelve is;