Feliĉaj estas tiuj, kiuj loĝas en Via domo:
Ili laŭdas Vin konstante.
Sela.
Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God!
Ĉar Dio, la Eternulo, estas suno kaj ŝildo;
Favoron kaj honoron donas la Eternulo;
Li ne domaĝas bonon al tiuj, kiuj iras en virto.
Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.
Ho Eternulo Cebaot, bone estas al la homo, kiu Vin fidas.
Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen. HEERE der heirscharen! welgelukzalig is de mens, die op U vertrouwt.