Du svarer os underfuldt i Retfærd, vor Frelses Gud, du Tilflugt for den vide Jord, for fjerne Strande,
Welgelukzalig is hij, dien Gij verkiest, en doet naderen, dat hij wone in Uw voorhoven; wij zullen verzadigd worden met het goed van Uw huis, met het heilige van Uw paleis.