Men Ittaj svarede Kongen: "Så sandt HERREN lever, og så sandt du, Herre Konge, lever: Hvor du, Herre Konge, er, der vil din Træl være, hvad enten det bliver Liv eller Død!"
Maar Ithai antwoordde den koning, en zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, en mijn heer de koning leeft, in de plaats, waar mijn heer de koning zal zijn, hetzij ten dode, hetzij ten leven, daar zal uw knecht voorzeker ook zijn!