Psalms 96

canite Domino canticum novum canite Domino omnis terra
Zingt den HEERE een nieuw lied; zingt den HEERE, gij ganse aarde!
canite Domino benedicite nomini eius adnuntiate de die in diem salutare eius
Zingt den HEERE, looft Zijn Naam; boodschapt Zijn heil van dag tot dag.
narrate in gentibus gloriam eius in universis populis mirabilia eius
Vertelt onder de heidenen Zijn eer, onder alle volken Zijn wonderen.
quia magnus Dominus et laudabilis nimis terribilis est super omnes deos
Want de HEERE is groot, en zeer te prijzen; Hij is vreselijk boven alle goden.
omnes enim dii populorum sculptilia Dominus autem caelos fecit
Want al de goden der volken zijn afgoden; maar de HEERE heeft de hemelen gemaakt.
gloria et decor ante vultum eius fortitudo et exultatio in sanctuario eius
Majesteit en heerlijkheid zijn voor Zijn aangezicht, sterkte en sieraad in Zijn heiligdom.
adferte Domino familiae populorum adferte Domino gloriam et fortitudinem
Geeft den HEERE, gij geslachten der volken! geeft den HEERE eer en sterkte.
adferte Domino gloriam nomini eius levate munera et introite in atria eius
Geeft den HEERE de eer Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven.
adorate Dominum in decore sanctuarii paveat a facie eius omnis terra
Aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde.
dicite in gentibus Dominus regnavit siquidem adpendit orbem inmobilem iudicabit populos in aequitate
Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal de wereld bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid.
laetamini caeli et exultet terra tonet mare et plenitudo eius
Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise met haar volheid.
gaudeat ager et omnia quae in eo sunt tunc laudabunt universa ligna saltus
Dat het veld huppele van vreugde met al wat er in is, dat dan al de bomen des wouds juichen.
ante faciem Domini quoniam venit quoniam venit iudicare terram iudicabit orbem in iusto et populos in fide sua
Voor het aangezicht des HEEREN; want Hij komt, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten met gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid.