Psalms 84

victori pro torculari filiorum Core canticum quam dilecta tabernacula tua Domine exercituum

Voor den opperzangmeester, op de Gittith; een psalm, voor de kinderen van Korach.

desiderat et defecit anima mea in atria Domini cor meum et caro mea laudabunt Deum viventem

Hoe liefelijk zijn Uw woningen, o HEERE der heirscharen!

siquidem avis invenit domum et passer nidum sibi ubi ponat pullos suos altaria tua Domine exercituum rex meus et Deus meus

Mijn ziel is begerig, en bezwijkt ook van verlangen, naar de voorhoven des HEEREN; mijn hart en mijn vlees roepen uit tot den levenden God.

beati qui habitant in domo tua adhuc laudabunt te semper

Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God!

beatus homo cuius fortitudo est in te semitae in corde eius

Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen; zij prijzen U gestadiglijk. Sela.

transeuntes in valle fletus fontem ponent eam

Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is, in welker hart de gebaande wegen zijn.

benedictione quoque amicietur doctor ibunt de fortitudine in fortitudinem parebunt apud Deum in Sion

Als zij door het dal der moerbezienbomen doorgaan, stellen zij Hem tot een fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken.

Domine Deus exercituum exaudi orationem meam ausculta Deus Iacob semper

Zij gaan van kracht tot kracht; een iegelijk van hen zal verschijnen voor God in Sion.

clipeus noster vide Deus et adtende faciem christi tui

HEERE, God der heirscharen! hoor mijn gebed; neem het ter oren, o God van Jakob! Sela.

quoniam melior est dies in atriis tuis super milia elegi abiectus esse in domo Dei mei magis quam habitare in tabernaculis impietatis

O God, ons Schild! zie, en aanschouw het aangezicht Uws gezalfden.

quia sol et scutum Dominus Deus gratiam et gloriam dabit Dominus

Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.

nec prohibebit bonum ab his qui ambulant in perfectione Domine exercituum beatus homo qui confidet in te

Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen. HEERE der heirscharen! welgelukzalig is de mens, die op U vertrouwt.