Psalms 146

thau laudem Domini loquetur os meum et benedicet omnis caro nomini sancto eius in aeternum et iugiter
Hallelujah! O mijn ziel! prijs den HEERE.
alleluia lauda anima mea Dominum laudabo Dominum in vita mea cantabo Deo meo quamdiu sum nolite confidere in principibus
Ik zal den HEERE prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.
in filio hominis cui non est salus
Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is.
egredietur spiritus eius et revertetur in humum suam in die illa peribunt cogitationes eius
Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot zijn aarde; te dienzelfden dage vergaan zijn aanslagen.
beatus cuius Deus Iacob auxiliator eius spes eius in Domino Deo suo
Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
qui fecit caelos et terram mare et omnia quae in eis sunt
Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid.
et custodit veritatem in sempiternum qui facit iudicium calumniam sustinentibus et dat panem esurientibus Dominus solvit vinctos
Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los.
Dominus inluminat caecos Dominus erigit adlisos Dominus diligit iustos
De HEERE opent de ogen der blinden; de HEERE richt de gebogenen op; de HEERE heeft de rechtvaardigen lief.
Dominus custodit advenas pupillum et viduam suscipiet et viam impiorum conteret
De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om.
regnabit Dominus in aeternum Deus tuus Sion in generationem et generationem
De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!