II Corinthians 8

Cetere, fratoj, ni sciigas al vi la gracon de Dio, kiu estas donacita en la eklezioj Makedonaj;
Voorts maken wij u bekend, broeders, de genade van God, die in de Gemeenten van Macedonië gegeven is.
nome, en grava provo per suferado, la abundo de ilia ĝojo kaj ilia profunda malriĉeco abundis al la riĉo de ilia malavareco.
Dat in vele beproeving der verdrukking de overvloed hunner blijdschap, en hun zeer diepe armoede overvloedig geweest is tot den rijkdom hunner goeddadigheid.
Ĉar mi konstatas, ke laŭ sia povo — jes, kaj super sia povo — ili donis memvole,
Want zij zijn naar vermogen (ik betuig het), ja, boven vermogen gewillig geweest;
petegante nin per multe da petado fari tiun komplezon kaj la komunan helpservadon al la sanktuloj;
Ons met vele vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave en de gemeenschap dezer bediening, die voor de heiligen geschiedt.
kaj ne kiel ni esperis, sed unue ili sin dediĉis al la Sinjoro, kaj al ni per la volo de Dio.
En zij deden niet alleen, gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons, door den wil van God.
Tiel, ke ni instigis Titon, ke kiel li antaŭe komencis, tiel same li perfektigu en vi ĉi tiun pluan gracon.
Alzo dat wij Titus vermaanden, dat, gelijk hij te voren begonnen had, hij ook alzo nog deze gave bij u voleinden zou.
Sed kiel al vi ĉio abundas: fido kaj parolo kaj scio kaj fervoro kaj via amo al ni, tiel abundu al vi ankaŭ ĉi tiu graco.
Zo dan, gelijk gij in alles overvloedig zijt, in geloof, en in woord, en in kennis, en in alle naarstigheid, en in uw liefde tot ons, ziet, dat gij ook in deze gave overvloedig zijt.
Mi parolas ne ordonante, sed provante per la fervoro de aliaj la sincerecon de via amo ankaŭ.
Ik zeg dit niet als gebiedende, maar als door de naarstigheid van anderen ook de oprechtheid uwer liefde beproevende.
Ĉar vi scias la gracon de nia Sinjoro Jesuo Kristo, ke kvankam li estis riĉa, tamen pro vi li fariĝis malriĉa, por ke vi per lia malriĉeco fariĝu riĉaj.
Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.
Kaj en tio mi donas mian opinion; ĉar ĉi tio utilas por vi, kiuj unuaj komencis, antaŭ unu jaro, ne nur fari, sed ankaŭ voli.
En ik zeg in dezen mijn mening; want dit is u oorbaar, als die niet alleen het doen, maar ook het willen van over een jaar te voren hebt begonnen.
Sed nun kompletigu la faradon ankaŭ; tiel ke, kiel estis la volonteco voli, tiel ankaŭ estu la plenumo el via havo.
Maar nu voleindigt ook het doen; opdat, gelijk als er geweest is de volvaardigheid des gemoeds om te willen, er ook alzo zij het voleindigen uit hetgeen gij hebt.
Ĉar kie ekzistas la volonteco, ĝi estos akceptita laŭ la havo, ne laŭ la nehavo.
Want indien te voren de volvaardigheid des gemoeds daar is, zo is iemand aangenaam naar hetgeen hij heeft, niet naar hetgeen hij niet heeft.
Ĉar mi diras tion, ne por ke aliaj estu faciligataj kaj vi premataj,
Want dit zeg ik niet, opdat anderen zouden verlichting hebben, en gij verdrukking;
sed laŭ egaleco: via abundo nuntempe fariĝu por ilia manko, por ke ilia abundo fariĝu por via manko, por ke estu egaleco;
Maar opdat uit gelijkheid, in dezen tegenwoordigen tijd, uw overvloed zij om hun gebrek te vervullen; opdat ook hun overvloed zij om uw gebrek te vervullen, opdat er gelijkheid worde.
kiel estas skribite: Tiu, kiu kolektis pli, ne havis superflue, kaj tiu, kiu kolektis malpli, ne havis mankon.
Gelijk geschreven is: Die veel verzameld had, had niet over; en die weinig verzameld had, had niet te weinig.
Sed danko estu al Dio, kiu metas en la koron de Tito la saman zorgon pri vi.
Doch Gode zij dank, Die dezelfde naarstigheid voor u in het hart van Titus gegeven heeft;
Ĉar li ja akceptis la instigon; sed estante mem tre fervora, li ekiris al vi memvole.
Dat hij de vermaning heeft aangenomen, en zeer naarstig zijnde, gewillig tot u gereisd is.
Kaj ni sendis kune kun li la fraton, kies laŭdo en la evangelio disvastiĝas tra ĉiuj eklezioj;
En wij hebben ook met hem gezonden den broeder, die lof heeft in het Evangelie door al de Gemeenten;
kaj krom tio, li ankaŭ estis elektita de la eklezioj, por vojaĝadi kune kun ni rilate al ĉi tiu graco, kiun ni administradas al la gloro de la Sinjoro, kaj por elmontri nian volontecon,
En dat niet alleen, maar hij is ook van de Gemeenten verkoren, om met ons te reizen met deze gave, die van ons bediend wordt tot de heerlijkheid des Heeren Zelven, en de volvaardigheid uws gemoeds;
evitante tion, ke iu riproĉus nin rilate al ĉi tiu monhelpo, kiun ni administras;
Dit verhoedende, dat ons niemand moge lasteren in dezen overvloed, die van ons wordt bediend;
ĉar ni celas aferojn konvenajn ne nur antaŭ la Sinjoro, sed ankaŭ antaŭ homoj.
Als die bezorgen, hetgeen eerlijk is, niet alleen voor den Heere, maar ook voor de mensen.
Kaj ni sendis kune kun ili nian fraton, kiun ni ofte pruvis fervora en multaj aferoj, sed nun multe pli fervora pro la granda fido, kiun li havas al vi.
Wij hebben ook met hen gezonden onzen broeder, welken wij in vele dingen dikmaals beproefd hebben, dat hij naarstig is; en nu veel naarstiger, door het groot vertrouwen, dat hij heeft tot ulieden.
Se iu demandas pri Tito, li estas mia kunulo kaj mia kunlaboranto rilate al vi; se pri niaj fratoj, ili estas apostoloj de eklezioj, la gloro de Kristo.
Hetzij dan Titus, hij is mijn metgezel en medearbeider bij u; hetzij onze broeders, zij zijn afgezanten der Gemeenten, en een eer van Christus.
Vi do elmontru al ili antaŭ la eklezioj la pruvon de via amo kaj de nia fanfaronado pro vi.
Bewijst dan aan hen de bewijzing uwer liefde, en van onzen roem van u, ook voor het aangezicht der Gemeenten.