En het geschiedde, als de koning voorbijging, dat hij tot den koning riep, en zeide: Uw knecht was uitgegaan in het midden des strijds; en zie, een man was afgeweken, en bracht tot mij een man, en zeide: Bewaar dezen man, indien hij enigszins gemist wordt, zo zal uw ziel in de plaats zijner ziel zijn, of gij zult een talent zilvers opwegen.
Kiam la reĝo iris pretere, li ekkriis al la reĝo, kaj diris: Via servanto eliris en batalon, kaj jen unu homo sin deturnis kaj alkondukis al mi alian homon, kaj diris: Gardu ĉi tiun homon; se li malaperos, tiam via animo anstataŭos lian animon, aŭ vi devos pese pagi kikaron da arĝento.