Fader! jeg vil, at, hvor jeg er, skulle også de, som du har givet mig, være hos mig, for at de må skue min Herlighed, som du har givet mig; thi du har elsket mig før Verdens Grundlæggelse.
Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld.