1. Home
  2. Pair
  3. Vulgate
  4. DutSVV
  5. Ps.113

Psalms 113

113:1
alleluia laudate servi Dominum laudate nomen Domini
Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN.
113:2
sit nomen Domini benedictum amodo et usque in aeternum
De Naam des HEEREN zij geprezen, van nu aan tot in der eeuwigheid.
113:3
ab ortu solis usque ad occasum eius laudabile nomen Domini
Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd.
113:4
excelsus super omnes gentes Dominus super caelum gloria eius
De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid.
113:5
quis ut Dominus Deus noster qui in excelsis habitans
Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.
113:6
humilia respicit in caelo et in terra
Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde.
113:7
suscitans de terra inopem et de stercore elevat pauperem
Die den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige uit den drek verhoogt;
113:8
ut eum sedere faciat cum principibus cum principibus populi sui
Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks.
113:9
qui conlocat sterilem in domo matrem filiorum laetantem alleluia
Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah!

© bibleglot.com