Jeremiah 50

Слово, що Господь говорив на Вавилон, на землю халдеїв через пророка Єремію:
Het woord, dat de HEERE gesproken heeft tegen Babel, tegen het land der Chaldeeën, door den dienst van den profeet Jeremia.
Звістіть між народами й розголосіть, підійміте прапора та розголосіть, не затайте, скажіть: Здобутий уже Вавилон, засоромлений Бел, зламаний Меродах, боввани його посоромлені, порозбивані всі його божища!
Verkondigt onder de heidenen, en doet horen, en werpt een banier op, laat horen, verbergt het niet; zegt: Babel is ingenomen, Bel is beschaamd, Merodach is verpletterd, haar afgoden zijn beschaamd, haar drekgoden zijn verpletterd!
Бо на нього із півночі вийшов народ, що оберне в спустошення землю його, і не буде мешканця у нім: від людини та аж до скотини, усі помандрують та підуть!...
Want een volk komt tegen haar op van het noorden; dat zal haar land zetten in verwoesting, dat er geen inwoner in zal zijn; van de mensen aan tot de beesten toe zijn zij weggezworven, doorgegaan!
За тих днів і того часу, говорить Господь, поприходять сини Ізраїлеві, разом вони й сини Юди, усе плачучи, будуть ходити та Господа, Бога свого шукати...
In dezelve dagen en ter zelver tijd, spreekt de HEERE, zullen de kinderen Israëls komen, zij en de kinderen van Juda te zamen; wandelende en wenende zullen zij henengaan, en den HEERE, hun God, zoeken.
Вони будуть питати про Сіона, куди їхні обличчя повернені, щоб прийти й прилучитись до Господа вічним заповітом, який не забудеться!
Zij zullen naar Sion vragen; op den weg herwaarts zullen hun aangezichten zijn; zij zullen komen en den HEERE toegevoegd worden, met een eeuwig verbond, dat niet zal worden vergeten.
Мій народ це отара загинула: пастирі їхні вчинили блудячими їх, їх загнали на гори, й ходили вони від гори до підгір'я, забули про ложе своє...
Mijn volk waren verloren schapen, hun herders hadden hen verleid, zij hadden hen gevoerd naar de bergen, zij gingen van berg tot heuvel, zij vergaten hun legering.
Усі, що знаходили їх, жерли їх, і противники їхні говорили: Не завинимо за те, бо вони прогрішилися Господу, Пасовиську правди й надії батьків їхніх, Господеві.
Allen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders zeiden: Wij zullen geen schuld hebben; daarom dat zij gezondigd hebben tegen den HEERE, in de woning der gerechtigheid, ja, tegen den HEERE, de Verwachting hunner vaderen.
Біжіть з Вавилону, і виходьте із краю халдеїв, і будьте, як козлята ті перед отарою!
Vliedt weg uit het midden van Babel, en gaat uit der Chaldeeën land; en weest als de bokken voor de kudde henen.
Бо ось Я позбуджую, і на Вавилон наведу збір великих народів з північного краю, і вони проти нього шикуються, звідти здобутий він буде! Його стріли, мов лицар, якому щастить, не вертаються дармо,
Want ziet, Ik zal een verzameling van grote volken uit het land van het noorden verwekken, en tegen Babel opbrengen; die zullen zich tegen haar rusten; van daar zal zij ingenomen worden; hun pijlen zullen zijn als eens kloeken helds, geen zal ledig wederkeren.
і здобиччю стане Халдея, наситяться всі, хто пустошить її, промовляє Господь...
En Chaldea zal ten roof zijn; allen, die het beroven, zullen verzadigd worden, spreekt de HEERE.
Бо радієте ви, бо втішаєтесь ви, що спадщину Мою розграбовуєте, бо ви скачете, мов те теля по траві, та іржете, немов румаки...
Omdat gij u verblijd hebt, omdat gij van vreugde hebt opgesprongen, gij plunderaars Mijner erfenis! omdat gij geil geworden zijt als een grazige vaars, en hebt gebriest als de sterke paarden;
Збентежилася ваша мати занадто, застидалась родителька ваша... Оце для народів кінець: пустиня, сухоземля й степ!
Zo is uw moeder zeer beschaamd; die u gebaard heeft, is schaamrood geworden; ziet, zij is geworden de achterste der heidenen, een woestijn, dorheid en wildernis.
Від Господнього гніву вона незамешкана буде та стане спустошенням уся... Кожен, хто буде проходити повз Вавилон, остовпіє й засвище, як побачить усі ці порази його!
Vanwege de verbolgenheid des HEEREN zal zij niet bewoond worden, maar zij zal geheel een verwoesting worden; al wie aan Babel voorbijgaat, zal zich ontzetten, en fluiten over al haar plagen.
Ушикуйтеся на Вавилон навкруги, всі, хто лука натягує! Стріляйте на нього, стріли не шкодуйте, бо він Господеві згрішив!
Rust u tegen Babel rondom, gij allen, die den boog spant! schiet in haar, en spaart de pijlen niet; want zij heeft tegen den HEERE gezondigd.
Здійміть крик проти нього навколо! Він дав руку піддатись, стовпи його впали, зруйновані мури його, бо це помста Господня... Помстіться над ним: як зробив він зробіть так йому!
Juicht over haar rondom, zij heeft haar hand gegeven; haar fondamenten zijn gevallen, haar muren zijn afgebroken; want dat is des HEEREN wraak, wreekt u aan haar, doet haar, gelijk als zij gedaan heeft!
Повигублюйте і сівача з Вавилону, і того, хто хапає серпа в часі жнив! Через меч переслідника вернуться всі до народу свого, і кожен до краю свого втече.
Roeit uit van Babel den zaaier, en dien, die de sikkel handelt in den oogsttijd; laat hen vanwege het verdrukkende zwaard, zich keren, een iegelijk tot zijn volk, en vlieden, een iegelijk naar zijn land.
Ізраїль вівця розпорошена, що леви погнали її: перший жер його цар асирійський, а останній цей Навуходоносор, цар вавилонський, розтрощив йому кості...
Israël is een verbijsterd lam, dat de leeuwen verjaagd hebben; de eerste, die hem heeft opgegeten, was de koning van Assur, en deze de laatste, Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft hem de beenderen verbrijzeld.
Тому так промовляє Господь Саваот, Бог Ізраїлів: Ось Я покараю царя вавилонського й землю його, як Я покарав був царя асирійського.
Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Ziet, Ik zal bezoeking doen over den koning van Babel en over zijn land, gelijk als Ik bezoeking gedaan heb over den koning van Assur.
І верну Я Ізраїля на пасовисько його, і він пастися буде на Кармелі й Башані, і на горі на Єфремовій та на Ґілеаді душа його ситою буде.
En Ik zal Israël weder tot zijn woning brengen, en hij zal weiden op den Karmel en op den Basan; en zijn ziel zal op het gebergte van Efraïm en Gilead verzadigd worden.
За тих днів й того часу говорить Господь будуть шукати провину Ізраїлеву, та не буде її, і прогріхи Юди, одначе не знайдені будуть вони, бо пробачу тому, кого Я позоставлю!
In die dagen en te dier tijd, spreekt de HEERE, zal Israëls ongerechtigheid gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en de zonden van Juda, maar zullen niet gevonden worden; want Ik zal ze dengenen vergeven, die Ik zal doen overblijven.
На край Чварів подвійних, на нього піди й на мешканців Покарання! Поруйнуй і прокляттям вчини все за ними, говорить Господь, і зроби так усе, як тобі наказав!
Tegen het land Merathaim, trek tegen hetzelve op, en tegen de inwoners van Pekod; verwoest en verban achter hen, spreekt de HEERE, en doe naar alles, wat Ik u geboden heb.
Гуркіт бою в краю та велике спустошення!
Er is een krijgsgeschrei in het land, en een grote breuk.
Як побитий й поламаний молот всієї землі! Яким жахом зробивсь Вавилон для народів!
Hoe is de hamer der ganse aarde zo afgehouwen en verbroken! Hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen.
Я пастку поставив на тебе, і схоплений ти, Вавилоне, хоча ти й не знав! Ти знайдений й схоплений був, бо ставав ти на прю проти Господа!
Ik heb u een strik gesteld, dies zijt gij ook gevangen, o Babel! dat gij het niet wist; gij zijt gevonden, en ook gegrepen, omdat gij u tegen den HEERE in strijd gemengd hebt.
Господь відчинив Своє сховище, і вийняв ізвідти знаряддя гніву Свого, це бо зайняття для Господа, Бога Саваота в халдейському краї.
De HEERE heeft Zijn schatkamer opengedaan, en de instrumenten Zijner gramschap voortgebracht; want dat is een werk van den Heere, den HEERE der heirscharen, in het land der Chaldeeën.
Ідіть ви на нього із краю землі, відчиніть його клуні, порозкладайте його, як снопи, і вчиніте закляттям його, хай не буде йому позосталого!
Komt aan tegen haar van het uiterste, opent haar schuren, vertreedt haar als korenhopen, en verbant ze; laat ze geen overblijfsel hebben.
Його всіх волів повбивайте, хай підуть вони на заріз! Горе їм, бо настав їхній день, час навіщення їх!
Doodt met het zwaard al haar varren, laat ze afgaan ter slachting; wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner bezoeking!
Голос тих, що втікають і рятуються із вавилонського краю, щоб звістити на Сіоні про помсту Господа, нашого Бога, про помсту за храма Його.
Er is een stem der gevluchten en ontkomenen uit het land van Babel, om in Sion te verkondigen de wraak des HEEREN, onzes Gods, de wraak Zijns tempels.
Скличте на Вавилона стрільців, усіх, хто лука натягує, табором станьте при ньому навколо, нехай йому втечі не буде! Відплатіте йому згідно з чином його, як зробив він зробіть так йому, бо гордим він став проти Господа, проти Святого Ізраїлевого!
Laat u horen tegen Babel, gij schutters! gij allen, die den boog spant! legert u tegen haar rondom, laat niemand van hen ontkomen; vergeldt haar naar haar werk, doet haar naar alles, wat zij gedaan heeft; want zij heeft trotselijk gehandeld tegen den HEERE, tegen den Heilige Israëls.
Тому то його юнаки всі поляжуть на площах його, а військові його того дня всі погинуть, говорить Господь.
Daarom zullen haar jongelingen vallen op haar straten, en al haar krijgslieden te dien dage uitgeroeid worden, spreekt de HEERE.
Ось Я проти тебе, о пихо, говорить Господь, Бог Саваот, бо день твій прийшов, час тебе покарати!
Ziet, Ik wil aan u, gij trotse! spreekt de Heere, de HEERE der heirscharen; want uw dag is gekomen, de tijd, dat Ik u bezoeken zal.
І спіткнеться пиха й упаде, і не буде того, хто б підніс її. І огонь по містах його Я запалю, і він пожере всі довкілля його...
Dan zal de trotse aanstoten en vallen, en er zal niemand zijn, die hem opricht; ja, Ik zal een vuur aansteken in zijn steden, dat zal alle plaatsen rondom hem verteren.
Так говорить Господь Саваот: Сини Ізраїлеві й сини Юдині разом утискувані, і всі, що в полон їх забрали, тримають їх міцно, не хочуть їх випустити.
Zo zegt de HEERE der heirscharen: De kinderen Israëls en de kinderen van Juda zijn te zamen verdrukt geweest; en allen, die hen gevangen hadden, hebben hen vast gehouden; zij hebben hen geweigerd los te laten.
Але Викупитель їх сильний, Господь Саваот Йому Ймення! Він конче розсудить їхню справу, щоб землю вспокоїти, а вавилонських мешканців стривожити.
Maar hun Verlosser is sterk, HEERE der heirscharen is Zijn Naam; Hij zal hun twist zekerlijk twisten, opdat Hij het land in rust brenge, maar de inwoners van Babel beroere.
Меч на халдеїв, говорить Господь, і на мешканців Вавилону, і на князів його, і на його мудреців!
Het zwaard zal zijn over de Chaldeeën, spreekt de HEERE; en over de inwoners van Babel, en over haar vorsten, en over haar wijzen.
Меч на ворожбитів і безглуздими стануть, меч на лицарство його і вони полякаються!
Het zwaard zal zijn over de leugenaars, dat zij zot worden; het zwaard zal zijn over haar helden, dat zij versagen;
Меч на коні його й на його колесниці, та на всю мішанину народів, яка серед нього, і стануть вони як жінки! Меч на скарби його й пограбовані будуть!
Het zwaard zal zijn over zijn paarden en over zijn wagenen, en over den gansen gemengden hoop, die in het midden van hen is, dat zij tot wijven worden; het zwaard zal zijn over haar schatten, dat zij geplunderd worden.
Посуха на води його, й вони повисихають, бо це край божків, і шаліють вони від бовванів...
Droogte zal zijn over haar wateren, dat zij uitdrogen; want het is een land van gesneden beelden, en zij razen naar de schrikkelijke afgoden.
Тому звірі пустинні там будуть сидіти з шакалами, і струсі будуть у ньому сидіти, і не буде заселений він вже навіки, і не буде замешканий він з роду в рід...
Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen met de wilde dieren der eilanden daarin wonen; ook zullen de jonge struisen daarin wonen; en men zal er geen verblijf meer hebben in eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht.
Як Содом та Гоморру й сусідів її Бог був поруйнував, говорить Господь, так ніхто там не буде сидіти, і не буде в нім мешкати чужинцем син людський!
Gelijk God Sodom en Gomorra en haar naburen heeft omgekeerd, spreekt de HEERE, alzo zal niemand aldaar wonen, en geen mensenkind in haar verkeren.
Ось із півночі прийде народ, і люд великий, і численні царі, вони збуджені будуть із кінців землі:
Ziet, daar komt een volk uit het noorden; en een grote natie, en geweldige koningen zullen van de zijden der aarde opgewekt worden.
Лук та ратище міцно тримають, жорстокі вони й милосердя не мають, їхній голос, як море реве, вони їдуть на конях, на тебе вони вшикувались, як муж на війну, вавилонськая дочко!
Boog en spies zullen zij voeren; wreed zijn zij, en zullen niet barmhartig zijn; hun stem zal bruisen als de zee, en op paarden zullen zij rijden; het is toegerust als een man ten oorlog, tegen u, o dochter van Babel!
Почув цар вавилонський відомість про них, й опустилися руки йому, обхопив його страх і тремтіння, немов породіллю!...
De koning van Babel heeft hunlieder gerucht gehoord, en zijn handen zijn slap geworden; benauwdheid heeft hem aangegrepen, weedom als van een barende vrouw.
Ось підіймається він, немов лев, із темного лісу Йордану на водяні луки, і Я вмент зроблю, що він побіжить геть від них, а хто вибраний буде, того Я поставлю над ними! Бо хто є подібний Мені, і хто покличе Мене перед суд, і хто пастир такий, що перед обличчям Моїм він устоїть?
Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de sterke woning; want Ik zal hen in een ogenblik daaruit doen lopen; en wie daartoe verkoren is, dien zal Ik tegen haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden? En wie is de herder, die voor Mijn aangezicht bestaan zou?
Тому то послухайте задум Господній, що на Вавилон Він задумав, і думки Його ті, що на землю халдейську замислив: Поправді кажу вам, найменших з отари потягнуть, і попустошать пасовисько їхнє при них!
Daarom hoort den raadslag des HEEREN, dien Hij over Babel heeft beraadslaagd, en Zijn gedachten, die Hij gedacht heeft over het land der Chaldeeën: Zo de geringsten van de kudde hen niet zullen nedertrekken! Zo hij de woning boven hen niet zal verwoesten!
Від розголосу про взяття Вавилону земля задрижить, і почується крик між народами!...
De aarde is bevende geworden van het geluid der inneming van Babel, en het gekrijt is gehoord onder de volken.