Als hij haar nu dat water zal te drinken gegeven hebben, het zal geschieden, indien zij onrein geworden is, en tegen haar man door overtreding zal overtreden hebben, dat het water, hetwelk vervloeking medebrengt, tot bitterheid in haar ingaan zal, en haar buik zwellen, en haar heup vervallen zal; en die vrouw zal in het midden van haar volk tot een vloek zijn.
A ka oti ia te whakainu ki te wai, na ki te mea kua poke ia, kua hara ki tana tahu, na ka tae ki roto ki a ia te wai e tau ai te kanga, ka kawa, a ka pupuhi tona puku, ka pirau hoki tona huha: a hei mea kanga tena wahine i roto i tona iwi.