Vore Livsdage er halvfjerdsindstyve År, og kommer det højt, da firsindstyve. Deres Herlighed er Møje og Slid, thi hastigt går det, vi flyver af Sted.
Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, of, zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen.