Tam knížata půlnoční strany všickni napořád, i všickni Sidonští, kteříž sstoupí k zbitým, s strachem svým, za svou moc stydíce se, a ležeti budou ti neobřezanci s zbitými mečem, a ponesou potupu svou s těmi, kteříž sstupují do jámy.
Daar zijn de geweldigen van het Noorden, zij allen, en alle Sidoniërs, die met de verslagenen zijn nedergedaald, beschaamd zijnde vanwege hun schrik, die uit hun macht voortkwam, en zij liggen onbesneden bij de verslagenen van het zwaard, en dragen hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.