Nebo odšed dnes, nabil volů a krmného dobytka, i ovec množství, a sezval všecky syny královy a hejtmany vojska, i Abiatara kněze. A hle, oni jedí a pijí před ním, a praví: Živ buď král Adoniáš.
Want hij is heden afgegaan, en heeft geslacht ossen, en gemest vee, en schapen in menigte, en heeft genood al de zonen des konings, en de oversten des heirs, en Abjathar, den priester; en zie, zij eten, en drinken voor zijn aangezicht, en zeggen: De koning Adonia leve!