Eu zic Domnului: ,,Tu eşti Dumnezeul meu! Ia aminte, Doamne, la glasul rugăciunilor mele!
De hovaardigen hebben mij een strik verborgen, en koorden; zij hebben een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken hebben zij mij gezet. Sela.
Da, cei neprihăniţi vor lăuda Numele Tău, oamenii fără prihană vor locui înaintea Ta.
Ik weet, dat de HEERE de rechtzaak des ellendigen, en het recht der nooddruftigen zal uitvoeren. Gewisselijk, de rechtvaardigen zullen Uw Naam loven; de oprechten zullen voor Uw aangezicht blijven.