And I, even I Artaxerxes the king, do make a decree to all the treasurers which are beyond the river, that whatsoever Ezra the priest, the scribe of the law of the God of heaven, shall require of you, it be done speedily,
En van mij, mij, koning Arthahsasta, wordt bevel gegeven aan alle schatmeesters, die aan gene zijde der rivier zijt, dat alles, wat Ezra, de priester, de schriftgeleerde der wet van den God des hemels, van u zal begeren, spoediglijk gedaan worde;