Psalms 113

Alleluia. Lodate, o servi dell’Eterno, lodate il nome dell’Eterno!
Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN.
Sia benedetto il nome dell’Eterno da ora in perpetuo!
De Naam des HEEREN zij geprezen, van nu aan tot in der eeuwigheid.
Dal sol levante fino al ponente sia lodato il nome dell’Eterno!
Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd.
L’Eterno è eccelso sopra tutte le nazioni, e la sua gloria è al disopra dei cieli.
De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid.
Chi è simile all’Eterno, all’Iddio nostro, che siede sul trono in alto,
Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.
che s’abbassa a riguardare nei cieli e sulla terra?
Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde.
Egli rileva il misero dalla polvere, e trae su il povero dal letame,
Die den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige uit den drek verhoogt;
per farlo sedere coi principi, coi principi del suo popolo.
Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks.
Fa abitar la sterile in famiglia, qual madre felice di figliuoli. Alleluia.
Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah!