Alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft onderworpen, heeft Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij; doch nu zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn;
njemu pod noge sve podloži. Kad mu, doista, sve podloži, ništa ne ostavi što mu ne bi bilo podloženo. Sad još ne vidimo da mu je sve podloženo,