وَتَتَذَكَّرُ كُلَّ الطَّرِيقِ الَّتِي فِيهَا سَارَ بِكَ الرَّبُّ إِلهُكَ هذِهِ الأَرْبَعِينَ سَنَةً فِي الْقَفْرِ، لِكَيْ يُذِلَّكَ وَيُجَرِّبَكَ لِيَعْرِفَ مَا فِي قَلْبِكَ: أَتَحْفَظُ وَصَايَاهُ أَمْ لاَ؟
En gij zult gedenken aan al den weg, dien u den HEERE, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft; opdat Hij u verootmoedige, om u te verzoeken, om te weten, wat in uw hart was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet.