Doğrusu sana kötülük etmemi önleyen İsrail’in Tanrısı yaşayan RAB’bin adıyla derim ki, beni karşılamak için hemen gelmemiş olsaydın, gün doğuncaya dek Naval’ın adamlarından hiçbiri sağ kalmayacaktı.”
Want voorzeker, het is zo waarachtig als de HEERE, de God Israëls, leeft, Die mij verhinderd heeft, van u kwaad te doen, dat, ten ware dat gij u gehaast hadt, en mij tegemoet gekomen waart, zo ware van Nabal niemand, die mannelijk is, overgebleven tot het morgenlicht!