A oto, Ja przydałem mu Acholijaba, syna Achysamechowego z pokolenia Dan, a w serce każdego dowcipnego dałem mądrość, aby zrobili wszystko com ci przykazał.
En Ik, zie, Ik heb hem bijgevoegd Aholiab, den zoon van Ahisamach, van den stam van Dan; en in het hart van een iegelijk, die wijs van hart is, heb Ik wijsheid gegeven; en zij zullen maken al wat Ik u geboden heb.