Exodus 31

וידבר יהוה אל משה לאמר׃
Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
ראה קראתי בשם בצלאל בן אורי בן חור למטה יהודה׃
Zie, Ik heb met name geroepen Bezaleël, den zoon van Uri, den zoon van Hur, van den stam van Juda.
ואמלא אתו רוח אלהים בחכמה ובתבונה ובדעת ובכל מלאכה׃
En Ik heb hem vervuld met den Geest Gods, met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk;
לחשב מחשבת לעשות בזהב ובכסף ובנחשת׃
Om te bedenken vernuftigen arbeid; te werken in goud, en in zilver, en in koper,
ובחרשת אבן למלאת ובחרשת עץ לעשות בכל מלאכה׃
En in kunstige steensnijding, om in te zetten, en in kunstige houtsnijding, om te werken in alle handwerk.
ואני הנה נתתי אתו את אהליאב בן אחיסמך למטה דן ובלב כל חכם לב נתתי חכמה ועשו את כל אשר צויתך׃
En Ik, zie, Ik heb hem bijgevoegd Aholiab, den zoon van Ahisamach, van den stam van Dan; en in het hart van een iegelijk, die wijs van hart is, heb Ik wijsheid gegeven; en zij zullen maken al wat Ik u geboden heb.
את אהל מועד ואת הארן לעדת ואת הכפרת אשר עליו ואת כל כלי האהל׃
Namelijk de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis, en het verzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der tent;
ואת השלחן ואת כליו ואת המנרה הטהרה ואת כל כליה ואת מזבח הקטרת׃
En de tafel, met haar gereedschap; en den louteren kandelaar, met al zijn gereedschap; en het reukaltaar;
ואת מזבח העלה ואת כל כליו ואת הכיור ואת כנו׃
Ook des brandoffers altaar, met al zijn gereedschap; en het wasvat met zijn voet;
ואת בגדי השרד ואת בגדי הקדש לאהרן הכהן ואת בגדי בניו לכהן׃
En de ambtsklederen, en de heilige klederen van den priester Aäron, en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt te bedienen;
ואת שמן המשחה ואת קטרת הסמים לקדש ככל אשר צויתך יעשו׃
Ook de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen voor het heiligdom; naar alles, wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken.
ויאמר יהוה אל משה לאמר׃
Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
ואתה דבר אל בני ישראל לאמר אך את שבתתי תשמרו כי אות הוא ביני וביניכם לדרתיכם לדעת כי אני יהוה מקדשכם׃
Gij nu, spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Gij zult evenwel mijn sabbatten onderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten; opdat men wete, dat Ik de HEERE ben, Die u heilige.
ושמרתם את השבת כי קדש הוא לכם מחלליה מות יומת כי כל העשה בה מלאכה ונכרתה הנפש ההוא מקרב עמיה׃
Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is! Wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want een ieder, die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken.
ששת ימים יעשה מלאכה וביום השביעי שבת שבתון קדש ליהוה כל העשה מלאכה ביום השבת מות יומת׃
Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is den sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
ושמרו בני ישראל את השבת לעשות את השבת לדרתם ברית עולם׃
Dat dan de kinderen Israëls den sabbat houden, den sabbat onderhoudende in hun geslachten, tot een eeuwig verbond.
ביני ובין בני ישראל אות הוא לעלם כי ששת ימים עשה יהוה את השמים ואת הארץ וביום השביעי שבת וינפש׃
Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israëls een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE, in zes dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op den zevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft.
ויתן אל משה ככלתו לדבר אתו בהר סיני שני לחת העדת לחת אבן כתבים באצבע אלהים׃
En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinaï te spreken geëindigd had, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods.