Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith.
Au chef des chantres. Avec instruments à cordes. Sur la harpe à huit cordes. Psaume de David. Eternel! ne me punis pas dans ta colère, Et ne me châtie pas dans ta fureur.
De HEERE heeft mijn smeking gehoord; de HEERE zal mijn gebed aannemen. Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd worden.
Tous mes ennemis sont confondus, saisis d'épouvante; Ils reculent, soudain couverts de honte.