De voet der hovaardigen kome niet over mij, en de hand der goddelozen doe mij niet omzwerven. Aldaar zijn de werkers der ongerechtigheid gevallen; zij zijn nedergestoten, en kunnen niet weder opstaan.
Vaan anna pahointekiät siihen langeta, että he syöstäisiin pois, ja ei seisoalla pysyisi.