Daarom zijn mijn lendenen vol van grote krankheid, bange weeën hebben mij aangegrepen, gelijk de bange weeën van een, die baart; ik krom mij van horen, ik word ontsteld van het aanzien.
Derfor fyldes mine Lænder af Skælven, jeg gribes af Veer som, fødende Kvinde, døv af Svimmelhed, blind af Skræk,