Psalms 32

Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
(大卫的训诲诗。)得赦免其过、遮盖其罪的,这人是有福的!
Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.
凡心里没有诡诈、耶和华不算为有罪的,这人是有福的!
Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag.
我闭口不认罪的时候,因终日唉哼而骨头枯干。
Want Uw hand was dag en nacht zwaar op mij; mijn sap werd veranderd in zomerdroogten. Sela.
黑夜白日,你的手在我身上沉重;我的精液耗尽,如同夏天的干旱。(细拉)
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela.
我向你陈明我的罪,不隐瞒我的恶。我说:我要向耶和华承认我的过犯,你就赦免我的罪恶。(细拉)
Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken.
为此,凡虔诚人都当趁你可寻找的时候祷告你;大水泛溢的时候,必不能到他那里。
Gij zijt mij een Verberging; Gij behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela.
你是我藏身之处;你必保佑我脱离苦难,以得救的乐歌四面环绕我。(细拉)
Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.
我要教导你,指示你当行的路;我要定睛在你身上劝戒你。
Weest niet gelijk een paard, gelijk een muilezel, hetwelk geen verstand heeft, welks muil men breidelt met toom en gebit, opdat het tot u niet genake.
你不可像那无知的骡马,必用嚼环辔头勒住牠;不然,就不能驯服。
De goddeloze heeft veel smarten, maar die op den HEERE vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen.
恶人必多受苦楚;惟独倚靠耶和华的必有慈爱四面环绕他。
Verblijdt u in den HEERE, en verheugt u, gij rechtvaardigen! en zingt vrolijk, alle gij oprechten van harte!
你们义人应当靠耶和华欢喜快乐;你们心里正直的人都当欢呼。