(En salme af David, da han var i Judas ørken.) Gud, du er min Gud, dig søger jeg, efter dig tørster min Sjæl, efter dig længes mit Kød i et tørt, vansmægtende,vandløst Land
Een psalm van David, als hij was in de woestijn van Juda.
Men Kongen glædes i Gud; enhver, der sværger ved ham, skal juble, thi Løgnernes Mund skal lukkes.
Men zal hen storten door het geweld des zwaards; zij zullen de vossen ten deel worden. Maar de koning zal zich in God verblijden; een iegelijk, die bij Hem zweert, zal zich beroemen; want de mond der leugensprekers zal gestopt worden.