Když bys žal obilí své na poli svém, a zapomenul bys tam některého snopu, nenavrátíš se, abys jej vzal; příchozímu, sirotku a vdově to bude, aby požehnal tobě Hospodin Bůh tvůj při všelikém díle rukou tvých.
Wanneer gij uw oogst op uw akker afgeoogst, en een garf op den akker vergeten zult hebben, zo zult gij niet wederkeren, om die op te nemen; voor den vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe zal zij zijn; opdat u de HEERE, uw God, zegene, in al het werk uwer handen.